Veel ouders hebben het meegemaakt: je baby of peuter sliep eindelijk goed door, en ineens verandert alles. Je kind wordt vaker wakker, heeft moeite met inslapen en lijkt plotseling onrustig in de nacht. Dit kan enorm vermoeiend zijn, maar het is een normaal onderdeel van de ontwikkeling. Dit fenomeen staat bekend als slaapregressie.
In deze blog leggen we uit wat slaapregressie precies is, waarom het voorkomt en hoe je je kind (en jezelf) hier zo goed mogelijk doorheen helpt.
Wat is slaapregressie?
Slaapregressie is een periode waarin een baby of peuter, die eerder goed sliep, ineens moeite krijgt met slapen. Dit kan betekenen dat je kind vaker wakker wordt, korter slaapt of moeite heeft met inslapen. Slaapregressies komen meestal voor rond bepaalde ontwikkelingsfasen, zoals bij 4, 8, 12, 18 maanden en 2 jaar. Tijdens deze periodes leert je kind nieuwe vaardigheden, zoals rollen, kruipen of praten, wat invloed kan hebben op de slaap. Hoewel het vermoeiend kan zijn, is slaapregressie tijdelijk en helpt een consistente routine om je kind hier weer doorheen te laten groeien. Dit kan zich uiten in:
- Moeite met in slaap vallen
- Vaker wakker worden in de nacht
- Korte dutjes overdag
- Meer huilen of onrustig zijn bij het naar bed gaan
Wat veroorzaakt slaapregressie?
Slaapregressie kan voor ouders behoorlijk uitdagend zijn. Je kind sliep eerst prima, maar ineens heeft het moeite met inslapen, wordt het vaker wakker of slaapt het onrustiger. Dit kan frustrerend zijn, vooral als je niet begrijpt waarom het gebeurt. Slaapregressie heeft meestal te maken met de ontwikkeling van het kind. Tijdens deze periodes maken baby’s en peuters grote mentale en fysieke sprongen, waardoor hun slaapritme tijdelijk verandert.
De belangrijkste oorzaken zijn:
- Cognitieve en motorische ontwikkeling
Baby’s en peuters leren in korte tijd ontzettend veel. Rollen, kruipen, lopen, praten – allemaal mijlpalen die het brein bezig houden. Dit kan ervoor zorgen dat een kind minder goed in slaap komt of vaker wakker wordt. - Veranderingen in slaapbehoefte
Naarmate kinderen ouder worden, verandert hun slaapritme. Een baby van vier maanden heeft bijvoorbeeld andere slaapcycli dan een pasgeborene, terwijl een peuter mogelijk minder behoefte krijgt aan dutjes overdag. - Seperatie angst
Rond de 8 tot 10 maanden en opnieuw rond de 18 maanden kunnen kinderen last krijgen van verlatingsangst. Dit betekent dat ze onrustig worden als ze hun ouders niet zien, ook ‘s nachts. - Tandjes krijgen
Pijn door doorkomende tandjes kan slaap verstoren, vooral tussen de 6 en 24 maanden. - Sprongen in sociale vaardigheden
Peuters leren steeds beter communiceren en begrijpen emoties, wat kan leiden tot meer dromen of zelfs nachtmerries. Dit kan ervoor zorgen dat ze vaker wakker worden of ‘s nachts troost zoeken.
Hoe help je je kind door een slaapregressie?
Je kind heeft last van slaapregressie dus, maar hoe pak je dit aan? Want ja Je kind slaapt onrustiger, wordt vaker wakker en lijkt ineens moeite te hebben met doorslapen. Hierdoor ben jij dus ook vaker wakker. Gelukkig zijn er manieren om deze fase zo soepel mogelijk door te komen. Met de juiste aanpak, geduld en een consistente routine kun je je kind helpen om weer beter te slapen. Hoewel slaapregressies frustrerend kunnen zijn, zijn er manieren om deze periode soepeler te laten verlopen.
1. Blijf consequent met bedtijdrituelen
Een vaste routine helpt je kind om zich veilig te voelen en maakt duidelijk wanneer het tijd is om te slapen. Zorg voor rustgevende activiteiten voor het slapengaan, zoals een badje, een verhaaltje en zachte muziek.
2. Geef extra troost zonder nieuwe slaapgewoonten te creëren
Als je kind moeite heeft met slapen, kan extra nabijheid helpen. Knuffelen of even naast het bed zitten kan geruststellend zijn, maar probeer te voorkomen dat je nieuwe gewoontes introduceert (zoals je kind elke nacht in slaap wiegen), tenzij je die op lange termijn wilt behouden.
3. Let op slaaptekort
Oververmoeidheid kan slaapregressies verergeren. Zorg ervoor dat je kind voldoende slaap krijgt, ook overdag. Soms kan een extra dutje of een vroegere bedtijd helpen om slaapgebrek te voorkomen.
4. Geef ruimte voor nieuwe vaardigheden
Als je baby leert rollen of kruipen, oefen deze vaardigheden overdag zodat hij er ‘s nachts minder mee bezig is. Bij peuters kun je ze helpen hun gevoelens te uiten over nieuwe ontwikkelingen, zoals praten over dromen of angsten.
5. Blijf geduldig en flexibel
Slaapregressies gaan vanzelf weer voorbij, meestal binnen een paar weken. Soms helpt het om tijdelijk wat flexibeler te zijn, zoals een extra knuffel of een kortere slaaptraining, om je kind door deze periode heen te helpen.
Andere inzichten en ideeën die kunnen helpen
Soms werken de standaard adviezen niet, en is het nodig om buiten de gebaande paden te denken. Hier zijn enkele minder gebruikelijke methoden die ouders succesvol hebben toegepast:
- Slaapkamerrondleiding in het donker
Als je kind ‘s nachts onrustig wordt, kan het helpen om samen met een zaklamp door de kamer te lopen. Laat zien dat alles nog hetzelfde is als overdag, zodat je kind zich veiliger voelt. - Aromatherapie en ontspanningsmuziek
Geuren zoals lavendel en kamille kunnen een kalmerend effect hebben. Gebruik een diffuser of een paar druppels essentiële olie op het beddengoed. Ook zachte natuurgeluiden kunnen helpen om rust te creëren. - De magische knuffel of slaapvriendje
Laat je kind zelf een speciale knuffel of doekje kiezen dat hem of haar troost biedt. Door er overdag een verhaal omheen te verzinnen (“Deze knuffel waakt over je als je slaapt”), kan het een krachtig hulpmiddel worden. - Samen slapen op de vloer
Sommige ouders merken dat tijdelijk naast het bed van hun kind slapen (bijvoorbeeld op een matras op de vloer) helpt om de overgang soepeler te maken. Dit kan een alternatief zijn voor co-sleeping als je dat liever niet doet. - Verzwaringsdekens
Een licht verzwaarde deken kan sommige kinderen helpen zich veilig en geborgen te voelen, waardoor ze makkelijker in slaap vallen. - Slaapyoga of kindermeditatie
Eenvoudige ontspanningsoefeningen zoals diep ademhalen of kinderyoga kunnen helpen om de spanning van de dag los te laten en beter in slaap te vallen.
Wanneer is extra hulp nodig?
Slaapregressie is meestal tijdelijk en lost zich vaak vanzelf op, maar soms kan extra hulp nodig zijn. Als je kind na enkele weken nog steeds slecht slaapt, extreem oververmoeid raakt of als het slaaptekort invloed heeft op zijn stemming en gedrag overdag, kan het verstandig zijn om advies in te winnen. Ook als je merkt dat je zelf uitgeput raakt en niet meer weet hoe je het moet aanpakken, kan een consult bij een kinderarts, slaapcoach of het consultatiebureau helpen. Zij kunnen samen met jou kijken naar mogelijke oorzaken en praktische oplossingen bieden om de slaap van je kind – en die van jezelf – weer te verbeteren.
Alles is een fase
Slaapregressies horen bij de ontwikkeling van een kind en zijn een teken dat het zich mentaal en fysiek ontwikkelt. Hoewel deze periodes vermoeiend kunnen zijn, helpen een voorspelbare routine, troost en flexibiliteit om je kind hier doorheen te begeleiden. Met geduld en aanpassingsvermogen zal je kind uiteindelijk weer een beter slaappatroon vinden. En soms is het de moeite waard om een creatieve aanpak te proberen – wie weet wat er voor jouw kind het beste werkt.
Meer informatie over slaapregressie of over opvoedkundige zaken, ga naar opvoeding
Bekijk de volgende video over slaapregressie.
Hoe ga jij om met de periodes waarin jouw kind slechter slaapt? Beschrijf jouw gouden tip in de comments