Ken je dat? Je staat in de supermarkt, verdiept in je telefoon, terwijl je zoekt naar de perfecte glutenvrije, suikervrije en milieuvriendelijke snack voor je kind. Ondertussen hoor je een oudere dame naast je zuchten: “In mijn tijd aten we gewoon een boterham met pindakaas, en we leven ook nog.” En eerlijk? Ze heeft een punt.
Moeders van vroeger deden het zonder opvoedboeken, voedingsapps en pinterestwaardige lunchboxen. Ze hadden geen podcasts over positieve discipline, geen online forums om hun twijfels te delen, en als ze al advies vroegen, was het aan de buurvrouw (die het ook maar een beetje op gevoel deed). En toch? Het ging allemaal prima. Tijd om eens terug te kijken naar hoe onze moeders en oma’s het deden.
1. Kinderen speelden gewoon buiten (en dat was het dan)
Moeders van vroeger riepen niet: “Zorg dat je 10.000 stappen haalt vandaag!” Nee, ze deden gewoon de deur open en zeiden: “Ga maar buiten spelen en kom terug als de lantaarnpalen aangaan.” Waar je was? Geen idee. Wat je deed? Ook niet belangrijk. Zolang je maar niet met een gebroken arm thuiskwam (of als dat wel gebeurde: een beetje jodium erop en weer door).
Tegenwoordig zetten we een GPS-tracker op onze kinderen en plannen we speelafspraken weken van tevoren in. Vroeger? Je rende naar buiten, klopte bij een willekeurig huis aan en vroeg: “Kom je buiten spelen?” Geen groepsapps, geen spelschema’s, gewoon rennen, klimmen en thuiskomen met een gescheurde broek.
2. Eten was simpel (en iedereen at gewoon hetzelfde)
Tegenwoordig is het een hele operatie om het avondeten te plannen. De een eet vegetarisch, de ander geen lactose, en je peuter lust alleen dingen die op een dinosaurus lijken. Moeders van vroeger? Die zetten gewoon een bord eten op tafel. Geen keuze, geen discussie. “Eet wat de pot schaft.” En als je het niet lekker vond? “Dan heb je niet genoeg honger.”
Er was geen discussie over het wel of niet eten van spruitjes. Je at ze gewoon, en als je pech had, zat er ook nog een gekookt ei bij dat uren in het hete water had gelegen (en waar je nog steeds een trauma van hebt).
3. Speelgoed? Dat was je fantasie
Vandaag de dag zijn kinderkamers gevuld met educatief verantwoord speelgoed, knipperende schermen en speelgoed dat Engels praat. Vroeger had je twee opties: buiten spelen of zelf iets verzinnen. Een lege doos? Werd een raket. Een oude pollepel? Werd een zwaard.
En als je moeder echt in een creatieve bui was, kreeg je een leeg afwasmiddel-flesje om in bad mee te spelen. En dan voelde je je de koning te rijk.
4. Ziek? Dan moest je er maar overheen groeien
Als je tegenwoordig niest, krijg je meteen een uitgebreide lijst aan middeltjes en huisartsenadvies via WhatsApp. Vroeger? Vroeger kreeg je gewoon een glas cola als je buikpijn had (“Prikt de bacteriën weg”), een boterham met suiker als je nergens zin in had, en als je koorts had, werd je stevig ingepakt en op de bank gelegd.
Geen eindeloze doktersbezoeken, geen speciale diëten, gewoon wachten tot het overging. En het gekke is? Het ging ook altijd over.
5. Vakanties waren simpel (en eindigden altijd met ruzie in de auto)
Nu boeken we all-inclusive resorts en zorgen we voor voldoende entertainment voor de kinderen. Vroeger? Vroeger werd je in een snikhete auto gepropt, zonder airco, met een broodtrommel vol slappe boterhammen en een thermoskan lauwe koffie voor je moeder.
Achterin ging het gevecht los over wie bij het raam mocht zitten, terwijl je vader dreigde: “Als jullie nu niet ophouden, keer ik de auto om!” (wat hij natuurlijk nooit deed).
En toch? Die vakanties blijven je bij als de leukste herinneringen ooit.
6. Opvoeding was een stuk directer
Nu worden ouders aangemoedigd om kinderen te begeleiden in hun emoties. Vroeger? Kreeg je gewoon een korte en duidelijke mededeling.
- “Omdat ik het zeg.” (Einde discussie.)
- “Rustig zitten, je bent geen aap.”
- “Huil maar, dan heb je iets om over te huilen.” (Nog steeds niet helemaal duidelijk hoe dat werkt.)
Tegenwoordig nemen we opvoeding iets serieuzer. Maar laten we eerlijk zijn: een beetje van die directheid kan geen kwaad.
7. Het huishouden was geen democratie
Er werd niet overlegd of je zin had om de tafel te dekken. Je deed het gewoon. Er was geen beloningssysteem met stickers of een ‘helpende handje’-chart op de koelkast. Je had taken, en die voerde je uit. Punt.
En als je dan eindelijk mocht zitten? Dan was het niet met een schermpje, maar gewoon op een harde houten stoel met een kop thee (met een schoteltje eronder, want zo hoorde dat).
En toch… moeders van vroeger wisten wat écht belangrijk was
Ondanks al die ‘harde’ opvoedregels, wist je moeder altijd precies wanneer je een knuffel nodig had. Ze hoefde niet op te zoeken hoe ze ‘een veilige hechting’ kon stimuleren, want dat deed ze gewoon vanzelf. Ze wist dat liefde niet in grote woorden zit, maar in de kleine dingen:
- Een warme kruik in je bed op een koude winteravond.
- Je lievelingskostje maken zonder dat je erom vroeg.
- Je hand vastpakken als je bang was.
- Zachtjes door je haar strijken terwijl je tegen haar aan lag.
Onze moeders deden misschien veel dingen anders dan wij nu, maar de kern van opvoeden blijft altijd hetzelfde. Liefde, geduld en af en toe een beetje streng zijn. Misschien dat we daar nog iets van kunnen leren.
Wat is de beste opvoedwijsheid die jij van je moeder hebt meegekregen? Deel het in de reacties!